Afgelopen seizoen heb ik de Combinatie Leeghwater (Van Hattum en Blankevoort, KWS en JdB Groep) mogen ondersteunen bij de aanleg van de Piekberging in de schitterende Haarlemmermeerpolder. Zoals bij alle ruimtelijke ingrepen dient bij activiteiten rondom de realisatie van piekberging rekening te worden gehouden met beschermde natuurwaarden binnen en in de omgeving van het projectgebied. In onderstaand filmpje van het Hoogheemraadschap van Rijnland leg ik uit wat dat bij dit specifieke project inhoudt.
Als je haar maar goed zit
“Hoe gaat het?” “Eigenlijk wel goed ja, dank je!” Het zit eigenlijk nooit tegen, behalve soms de wind. Zo’n dag was het vandaag. Met het haar in de war en de baard overdwars door de polders van Noord-Holland.
Heerlijk om er af en toe even uit te mogen, zeker in deze tijd. Blik op oneindig en gaan. Ik mocht even ‘los’, in het kader van een onderhoudscontract aan provinciale wegen een kleine 30 te kappen bomen beoordelen of deze in de smaak zouden kunnen vallen bij vleermuizen of broedvogels. Maar je raadt het al, die bomen stonden natuurlijk weer niet op één plek netjes in een rij. Neen…die stonden werkelijk overal…in iedere uithoek van het meest platte en natte deel van Holland.
Dus ‘bij het krieken des dags’ de auto aangeslingerd en allereerst richting West-Grafdijk gereden, of all places. En zoals de inleiding reeds schetste, het weer was zodanig dat zelfs de honden de deur niet uit wilden, regen en harde wind alom.
Maar zoals het een echte ecoloog betaamt, we lieten ons niet afschrikken en met vereende kracht vervolgde we onze route via Edam, Broek in Waterland, Ilpendam, Wijdewormer en via de Zaanse Schans naar Westzaan en Assendelft. Ondertussen klaarde het weer redelijk op en piepte er rond 12 uur zelfs een zonnetjes door.
Ondanks dat ik alweer een behoorlijke tijd in het meer bosrijke Gelderland woon, was het vandaag echt wel genieten van de uitgestrektheid van de waterrijke polders, rietvelden en de puur Hollandse tafereeltjes tot en met de molens aan toe.
En daarom heb ik ook zo’n fantastisch werk. Het brengt me op de meest afwisselende plekken waarbij de omgeving ieder werk ook weer compleet anders maakt. Vandaag even mogen uitwaaien in het schitterende polderlandschap van Noord-Holland maar de komende tijd zal het vast weer anders zijn. Een nieuwe weg bij de Moerputten in Brabant, onderhoudswerk tussen de uiterwaarden van de IJssel en de Veluwezoom of een spoorverbreding in het heuvellandschap van zuidelijk Limburg, het kan gewoon allemaal!
Een nieuw jaar met nieuwe (natuur)kansen
- Hoe kan ik mijzelf in tenderfase onderscheiden op het gebied van ecologie ?
- Waar kan ik een meerwaarde bieden voor natuur binnen mijn (infra)project en wat levert dit op ?
- Hoe borg ik of vergroot ik biodiversiteit in mijn ontwerp ?
Ongetwijfeld zijn dit vragen die je jezelf wel eens stelt of hebt gesteld. Het zijn in ieder geval vragen die steeds belangrijker worden en waar je vaker tegenaan zal lopen. Vragen die leiden tot kansen voor zowel natuur als voor jou als project(organisatie).
Een nieuw jaar betekent voor veel mensen een verse start. De balans opmaken van het jaar ervoor en de nieuwe plannen doornemen en klaarstomen voor de aankomende periode.
Ik ga door op dezelfde koers van vorig jaar. Het zoeken naar kansen voor natuur en biodiversiteit binnen mijn projecten. In tenderfase maar ook gedurende de uiteindelijke realisatie blijven zoeken naar een meerwaarde voor natuur, project en omgeving. Denken in oplossingen en mensen binnen de projectorganisaties in beweging krijgen en meenemen. Motiveren en inspireren, soms tot het eindeloze toe maar met een gezamenlijk en onderscheidend eindresultaat voor ogen!
In het afgelopen jaar heb ik mooie kansen mogen benutten bij onder andere het inspirerende project Nieuwe Verbinding N69 van Boskalis.
De afgelopen maanden is dit project volop in de media geweest, en terecht. Het is een uniek project waarbij ecologie een primaire rol speelt. In onderstaand filmpje van Boskalis wordt op een schitterende wijze weergegeven hoe de ‘Groenste weg van Brabant’ tot stand komt. Zelf heb ik hier ook een bijdrage aan mogen leveren. Zie tevens het interview op Nature Today.
Een belangrijk onderdeel van de Nieuwe N69 is de beekkruising ‘Keersop’ in de Dommelsche Dijk nabij Dommelen. Hier hebben we met het team van Boskalis een optimalisatie gedaan van het referentieontwerp. In plaats van een nieuwe kleine duikerbrug hebben we een kleine beekdalbrug ontworpen met een 2×25 meter overspanning. Zo kan de beek er vrijelijk onderdoor lopen en is er plaats gemaakt voor een robuuste faunazone. In de toekomst kan een veel grotere variatie aan diersoorten de infrastructuur veilige passeren en verbinden we op een effectieve wijze het beekdal van de ‘Keersop’ met het noordelijk gelegen NNB gebied ‘Keersopperbeemden’. Een fantastische bijdrage aan de biodiversiteit!
Naast de kleine beekdalbrug hebben we binnen ons ontwerp sterk ingezet op natuur. In onderstaand item van VOS-tv geef ik hier nog wat extra inzicht in.
De Teeveecoloog
In mijn dagelijks bestaan als ecoloog moet ik zeggen dat er niet bepaald de sleur in raakt ofzo. Understatement…het gaat alle kanten op. Zo hang je half in het prikkeldraad naar dieren te zoeken, sta je even later als deskundige de rechter te woord in een rechtszitting en een paar dagen terug stond ik met mijn goeie gedrag + helm voor de camera van Omroep Brabant…het leven van een ecoloog gaat niet alleen maar over rozen.
Het is niet dat ik dat nooit eerder had gedaan, zo’n cameramomentje. Ik heb wel eens een paar keer iets mogen vertellen voor het Limburgse L1 over het ecologische reilen en zeilen rondom project Buitenring Parkstad Limburg en zelfs over mijn geliefde wezels en hermelijnen voor het programma ROEG en Vara’s Vroege Vogels. Dus ja ervaring zat….maar nee mensen…geloof me dit is echt wel een vak apart.
Ik werd de avond ervoor gebeld door de omgevingsmanager van het project Nieuwe Verbinding N69 van Boskalis. “Jeroen, let op. Morgen dat interview. Je krijgt 8 seconde de tijd om je antwoord te formuleren en het gaat in iedere geval over de beekdalbrug en de ecologische voorzieningen in ons project, bereid je voor met korte bondige allesomvattende teksten! ”…..Juist…Dat was even een avondje peinzen en een klein slapeloos nachtje…ik hou daar niet zo van zeg ik maar eerlijk.
Edoch..rete-goed voorbereid en ‘s morgens vroeg nog even een sparmoment met de collega’s en hup met de interview- en cameramijnheer naar buiten. Nou dat was een succesvolle start…NIET. De interviewmijnheer snapte werkelijk niet waar ik het over had. “Connectiviteit, barrière werking…Jeroen…wat is dat allemaal voor formeel gedoe?!”…..Ehhh mijn vak? Iets wat ik voor dit project al bijna 3 jaar doe?
“Jip en Janneke….dat is wat we willen laten zien”, zegt de interviewmijnheer….Nou, ik kan je zeggen dan krijg je even kortsluiting in je hoofd. Van 8 seconden high-end ecologie antwoorden naar ‘de konijntjes kunnen niet meer oversteken en daar hebben we wat voor bedacht’.
Alle gekheid op een stokje maar zo ging het wel even een momentje (of iets van 6 takes…). Het was een schitterend leerzame ochtend hoe je over anderen, jezelf en je onderwerpen en werk intensief aan het nadenken bent en over vertelt. Ik werd uiteindelijk gerust gesteld met dat alles er goed opstond en dat ik zelfs mijn eigen tv-show wil als ik het eindresultaat zie…daar ben ik nog niet helemaal zeker van maar ben wel reuzebenieuwd naar het eindresultaat. Jullie ook? Binnen een paar weekjes te zien op Omroep Brabant!
Marters….it runs in the family.
Marters….it runs in the like a family.
Naast mijn rol als bestuurslid van de Stichting Kleine Marters kom ik met enige regelmaat ook in mijn dagelijks werk met kleine marters in aanraking. Zo ben ik de afgelopen weken bezig geweest met een onderzoek naar deze fantastische soortgroep op een te ontwikkelen terrein in de provincie Gelderland.
Het plangebied omvat circa 10ha agrarische grond in gebruik als maisakker, grasland en schapenweides. Het gebied wordt doorsneden door enkele smalle houtsingels en droge greppels die op sommige plaatsen begroeid zijn met dichte ruigtevegetatie en braam. In theorie lijkt dit een geschikt gebied voor kleine marters door de aanwezigheid van dekking en voedsel wat de belangrijkste factoren zijn voor de aanwezigheid van deze soorten.
Maar hoe krijg je nou inzicht in het daadwerkelijk voorkomen van kleine marters?
Daarvoor heb ik enkele Mostela’s, buiscam’s, losse cameraopstellingen en sporenbuizen 2-wekelijks binnen het plangebied gerouleerd naar plekken waar ik verwachtte dat dieren zich zouden ophouden of laten zien.
En of ze er voorkomen! Uiteindelijk heb ik op basis van beelden en sporen de wezel op diverse plaatsen binnen het gebied vastgesteld. De losse camera’s leverde ook een bunzing op en een 4-tal jonge steenmarters tegelijkertijd! Uiteindelijk kwam ook de das, de grote neef van de ‘kleintjes’ nog even in beeld.
Zoveel soorten marterachtigen, gaat dat wel goed?
Zolang er voldoende variatie aan eten (ze eten niet allemaal hetzelfde) voorhanden is zullen zij zonder probleem samen kunnen voorkomen binnen een gebied. Is dat niet het geval, dan kan dat in sommige gevallen leiden tot onderlinge competitie waarbij soorten elkaar gaan ontlopen of in het slechtste geval (meer uitzondering dan regel) een individu gedurende een conflict het onderspit kan delven.
Dat deze verschillende marterachtigen binnen hetzelfde gebied voorkomen is dus niet ongewoon. Bij een ander onderzoek in de provincie Noord-Brabant vond ik dat das, bunzing en wezel zelfs gebruik maakten van exact dezelfde dichtbegroeide greppel om zich door het open landschap te verplaatsen. Mooi toch als je van je verre familieleden op aan kan?!